Mijn Ervaring

Boven-Lesse te Paard

Mijn Klacht,
Mijn Waarom

Onderwerpen & Programma

Praktische Beschrijving

Photo Album

Routing

Paardwandelingen Technieken

Ardennen Flora & Fauna

Ons Contacteren... en meedoen ?

Links

De hieronder gebeelden zijn niet van de originele text

De Waterspreeuw (cinclus cinclus) door Etienne Alexandre.

Terug

De waterspreeuw is een geblokte vogel met een lengte van ongeveer 17 cm en een gewicht van 60 gram. Hij heeft grote stevig poten en een korte naar boven wijzende staart. Fier draagt hij een kraaknette witte bef boven een bruine of zwarte buik en een zwartachtige rug.




Het is voornamelijk een standvogel die zich pleegt op te houden langs ondiepe, snelstromende beken en rivieren in beboste heuvels en bergen. Hij nestelt onder oude bruggen, in holletjes in oevers of in rotsholten. Zijn nest is als het ware een dikke bol met een toegang op zij , opgebouwd uit mos, uit het water opgeviste waterplanten, beuken- en eikenbladeren. In de maand maart al legt het wijfje er 4 tot 6 eitjes in waarop 17 dagen wordt gebroed. Ongeveer 20 dagen nadat ze uit de eitjes kwamen vliegen de jongen op eigen vleugels.

Het bijzondere aan deze vogel is dat hij zich even gemakkelijk onder water beweegt als hij vliegt in de lucht. Door zijn lichaamsbouw is hij evenwel helemaal niet geschikt voor het maken van lange vluchten. Hij vliegt zenuwachtig heen en weer, scheert boven waterlopen. Onder water gebruikt hij zijn vleugels om te zwemmen en als de stroming te sterk is dan klemt hij zich vast aan de keien met de kop tegen de stroming in en de staart omhoog zoals een vliegtuigroer. Hij kan zo langer dan een minuut onder water blijven en soms waagt hij zich zelfs onder het ijs . De waterspreeuw zoekt dus zijn voedsel op de bodem : slakken, torren en schelpdieren.



Een zeer schuwe vogel waarvan de rust wordt bedreigd door het massatoerisme en die zijn habitat bedreigd ziet door de oprukkende vervuiling, voornamelijk door nitraten en fosfaten die de groei van de waterplanten extra stimuleren met gebrek aan zuurstof en verstikking van het milieu tot gevolg. Voor ons wandelaars en vrienden van het bos is het dus belangrijk dat wij zorg dragen voor de natuur.
Ook moeten wij onze houding tegenover de natuur ingrijpend veranderen en ons gaan gedragen als verantwoordelijk wezens. Concreet wil dat zeggen : geen afval achterlaten in de natuur, recycleren in plaats van weggooien, omzichtig omgaan met energie, eerbied voor water, fauna en flora...


De waterspreeuw observeren is een zeldzaam genoegen en wij moeten ervoor zorgen dat dit genoegen ongeschonden blijft voor het nageslacht !

© Etienne Alexandre. Toute reproduction, même partielle, est soumise à l’accord de l’auteur.

Terug


De Buizerd (Buteo Buteo) door Etienne Alexandre.

Terug

Bij heldere hemel en voldoende kan men vaak een grote vogel gadeslaan die sierlijk in grote kringen boven de velden cirkelt : het is de buizerd.




De buizerd houdt zich bij voorkeur op boven een afwisselend landschap van bossen, velden en weiden. Deze vaak in onze contreien opgemerkte roofvogel is ongeveer 60cm groot voor een gewicht van ca. 850 gram en een vleugelwijdte die tot 120cm kan gaan. De kleurenpallet kan van vogel tot vogel verschillen : van donkerbruin tot licht roomkleurig met een variërende hoeveelheid wit. De staart is breed met donkere strepen en eindigt in een donkere band. Ofschoon het wijfje een beetje groter is dan het mannetje zijn beide geslachten identiek.



De buizerd bouwt zijn nest vaak op rotsige steile wanden maar meestal in een boom, liefst een loofboom waarin hij dan een omvangrijk bouwsel neerzet van takken en twijgen met soms een diameter van 1 meter. De bodem van het nest is bedekt met groene bladeren die regelmatig worden ververst. Slechts eenmaal per jaar worden er 2 tot 4 eieren gelegd en beide ouders broeden afwisselend gedurende een dertigtal dagen. 6 weken na hun geboorte zijn de jongen in staat het nest te verlaten.



Vaak jagen de buizerds als een koppel en met korte scherpe kreten trachten zij hun prooi angst aan te jagen. Van zodra een muis of een woelrat beschutting zoekt, heeft het allesziende buizerdoog (meer dan tienmaal krachtiger dan het menselijk oog) dit gemerkt en met een duizelingwekkende snelheid laat de roofvogel zich op de prooi vallen. Als de zichtbaarheid zijn glijvluchten bemoeilijkt, zoekt de buizerd een plaatsje in een hoge boom en speurt van daar de omgeving af op zoek naar voedsel.
Soms zal hij de prooi ter plaatse verslinden maar meestal neemt hij ze mee naar zijn uitverkoren plaatsje : een boom, een paal of een rots. Daar werkt hij de gevangen prooi met huid en haar naar binnen. Als het voedsel verteerd is, worden de onverteerbare delen in bollen weer naar buiten gestuwd en het zijn deze bollen die men aantreft in de nabijheid van zijn ‘eetplaatsen’.



Zijn uitwerpselen zijn niet zonder belang voor de wetenschappers want zij maken het mogelijk zich een nauwkeurig beeld te vormen van het voedsel van deze roofvogel en ook een balans op te stellen van de gezondheid van de kleine zoogdieren. Men heeft kunnen vaststellen dat de buizerd zich voornamelijk voedt met kleine knaagdieren (96%), klein wild of dode of zieke vogels(4%). Hij lust ook wel kikkers, hagedissen en andere kleine reptielen. Het is niet zozeer de vliegsnelheid van de buizerd die heel hoog is dan wel zijn vermogen lange glijvluchten te maken tegen meer dan 100km/uur. Dit is een nuttige vliegtechniek wan neer hij zich moet onttrekken aan aanvallen van kraaien, gaaien en zangvogels wanneer die trachten hem van hun nest weg te loken.



In de natuur heeft de buizerd een regelende rol te vervullen maar jagers en boeren beschuldigen hem er ten onrechte van de klein wild en pluimveepopulaties te decimeren. Deze vogel die bij wet beschermd is wordt al te vaak het slachtoffer van zijn slechte reputatie en zijn beperkte mobiliteit maakt hem tot een gemakkelijk doelwit van sommige onverantwoordelijke jagers.

© Etienne Alexandre. Toute reproduction, même partielle, est soumise à l’accord de l’auteur.

Terug



© 2002 Vincent Damseaux